Faciliteiten bedrijfsopvolging per 1 januari 2010
De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten zijn op verzoek van toepassing bij de schenking respectievelijk de erfrechtelijke verkrijging van kwalificerend ondernemingsvermogen en de schenker respectievelijk de erflater voldoet aan de bezitseis en de verkrijger voldoet aan de voortzettingseis. Tot dit kwalificerend ondernemingsvermogen behoort onder andere een gehele of gedeeltelijke onderneming in de zin van artikel 3.2 Wet IB 2001.
Rechtstreekse voortzetting
Om aan de voortzettingseis te voldoen zal de verkrijger de onderneming rechtstreeks moeten voortzetten. Ook zijn de faciliteiten van toepassing bij de verkrijging van een gehele of gedeeltelijke medegerechtigdheid als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, onder a Wet IB 2001.
Gefaseerde bedrijfsoverdracht
Voor de medegerechtigdheid zullen de faciliteiten slechts gelden in het geval de erflater of schenker een eerder voor zijn rekening gedreven onderneming heeft ondergebracht in een commanditaire vennootschap en de beherende vennoot de verkrijger van deze medegerechtigdheid is of de aandeelhouder van de beherende vennoot. Op grond van deze beperking zullen de faciliteiten slechts gelden bij gefaseerde bedrijfsoverdrachten en niet langer voor bijvoorbeeld participaties in besloten scheepvaart-cv’s.
Aanmerkelijk belang
Voorts zijn de faciliteiten van toepassing in het geval de schenker respectievelijk erflater vermogensbestanddelen bezit die bij hem horen tot een aanmerkelijk belang in de zin van afdeling 4.3 Wet IB 2001, mits het lichaam waarop het belang betrekking heeft een materiële onderneming drijft in de zin van de inkomstenbelasting. Aangenomen mag worden dat certificaten van aandelen gelijk worden gesteld aan aandelen.
Onroerende zaken
Nieuw is de mogelijkheid dat de faciliteiten tevens kunnen gelden voor onroerende zaken die ter beschikking worden gesteld aan het lichaam, waarin de erflater respectievelijk schenker een aanmerkelijk belang heeft en de verkrijger van deze onroerende zaken ook vermogensbestanddelen verkrijgt die tot dit aanmerkelijk belang behoren.
Voorwaardelijke vrijstelling
De faciliteit bestaat uit vier delen. Voor zover de waarde van de objectieve onderneming niet meer is dan 1 miljoen euro bestaat recht op een voorwaardelijke vrijstelling van 100%. Indien de onderneming een hogere waarde heeft dan 1 miljoen euro, wordt het verschil tussen de liquidatie waarde en going-concernwaarde voorwaardelijk vrijgesteld. De vrijstelling voor het restant van het ondernemingsvermogen is 83% van de going-concernwaarde.
Wilt u meer weten?
Wij helpen u graag met advies bij bedrijfsopvolging. U kunt hiervoor altijd contact opnemen met ons. Meer over dit onderwerp vindt u op de pagina 'bedrijfsopvolging in goede banen'.